Een zonnepaneel aanschaffen: het is een investering. Je verlaagt hiermee je energierekening, maar je moet daarvoor wel eerst een flinke smak geld neerleggen. Het belangrijkste instrument om de bijbehorende terugverdientijd van zonnepanelen te verkorten is het salderen van energie.
Salderen van energie
Via zonnepanelen genereer je energie. Wek je echter meer energie op dan dat je verbruikt, dan heb je logischerwijs een energieoverschot. Dit overschot kan je terugleveren aan het elektriciteitsnet, waarmee je de terugverdientijd van de zonnepanelen verkort. Aan het eind van het jaar kan je dit vervolgens salderen. Een bijkomend voordeel is dat energiebelasting alleen wordt gerekend over het gesaldeerde verbruik, en niet over de gebruikte energie. Je bespaart dus ook op de energiebelasting.
De regelgeving omtrent het salderen van energie is tot 2020 vastgelegd. Henk Kamp, minister van Economische Zaken heeft toegezegd dat de salderingsregeling tenminste tot 2020 actief zou blijven in de huidige vorm. Er kan daarmee dus tot tenminste 2023 gesaldeerd worden tot de maximum van het energieverbruik. Helaas: je kan dus geen positieve energierekening krijgen. Overigens gold tot 1 januari 2014 een maximum van 5.000 kWh om te salderen.
Het is nog niet bekend wat er na 2020 met de salderingsregeling gaat gebeuren. Tegenargumenten om de salderingsregeling in te perken is het feit dat het als overstimulering gaat, die alleen geldig dient te zijn in een vroeg stadium. Die zou in 2020 verlopen zijn. Daarbuiten plukken huishoudens met lage inkomens hiervan niet de vruchten af: zij hebben een onvoldoende besteedbaar inkomen om zonnepanelen aan te schaffen en betalen daarvoor meer voor energie. Zij kunnen de energiebelasting, zoals bij salderen wel kan, niet verlagen. Tegenstanders stellen dat dit oneerlijk is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten